D&G Fysiotherapie

Kinderen bewegen dagelijks erg veel. Ze rennen, klauteren, springen en klimmen. Maar wat als die dagelijkse bewegingen niet (meer) vanzelfsprekend zijn? Wat nou als de ontwikkeling van de motoriek achterblijft door bijvoorbeeld een acute blessure, een afwijking of aandoening. Dan kan de kinderfysiotherapeut uw kind helpen.

De Kinderfysiotherapeut
De kinderfysiotherapeut behandelt kinderen van 0 tot 18 jaar met problemen aan het bewegingsapparaat. Hiervoor heeft de therapeut zich laten specialiseren door een masterstudie te volgen. De kinderfysiotherapeut houdt met de behandeling rekening met de verschillende levensfases van uw kind. Om de zorg te optimaliseren kan er ook multidisciplinair samengewerkt worden met andere disciplines zoals basisscholen en logopedisten. Bent u ongerust over de fysieke vooruitgang van uw kind of heeft u veel vragen, dan kunt u ook bij de kinderfysiotherapeut terecht.

Contact opnemen

Met welke hulpvragen kan ik bij de kinderfysiotherapeut terecht?

Ontwikkelingsachterstand‘’Ik zie mijn kind anders bewegen dan leeftijdsgenootjes’’

Het kan zijn dat uw kind pas laat gaat lopen of kruipen. Of problemen heeft met vaardigheden aanleren, zoals schrijven. Dan kan het zijn dat de motorische ontwikkeling anders gaat dan normaal. Dan spreken wij over een ontwikkelingsachterstand.

‘’Mijn kind heeft problemen met schrijven.’’

Voorkeurshouding‘’Het hoofdje van mijn baby is aan één kant plat’’

Een voorkeurshouding hebben baby’s als zij meer dan 75% van de tijd met het hoofd naar één kant zijn gedraaid. Doordat uw baby telkens met het hoofd op één kant ligt. kan er een afplatting ontstaan.

‘’Mijn baby kijkt voortdurend naar één kant’’

Orthopedische aandoening‘’ Ik maak mij zorgen om de fysieke houding van mijn kind’’

Bij orthopedische aandoeningen kunt u denken aan problemen met spierenpezen, botten en gewrichten. Bijvoorbeeld botbreuken, kneuzingen en verzwikking. Maar ook sportblessures en houdingsproblematiek.

‘’Mijn kind heeft pijn aan zijn knie na het sporten’’

Ademhalingsproblematiek‘’Mijn kind geeft aan moeite te hebben met het ademhalen’’

Bij ademhalingsproblematiek kunt u denken aan hyperventileren en (inspannings)astma. Uw kind kan zich dan benauwd voelen en belemmerd zijn ademhaling tijdens het sporten en bewegen.

‘’ Mijn kind raakt snel buiten adem tijdens het sporten’’

Neurologische aandoening‘’Mijn kind heeft hersenletsel door zuurstoftekort bij de geboorte’’

Bij neurologische aandoeningen kunt u denken aan aangeboren en niet aangeboren hersenletsel. Maar ook problematiek met de spieren, zenuwen en het ruggenmerg.

‘’ Mijn kind heeft een syndroom’’

Herkent u zich niet in het bovenstaande?
Er zijn nog veel meer hulpvragen waar u bij de kinderfysiotherapeut terecht kunt.
Klik hier voor een volledig klachtenoverzicht waarvoor u bij de kinderfysiotherapeut terecht kunt.

Contact opnemen

Ontwikkelingsachterstand

Developmental coordination Disorder (DCD) Kinderen met DCD hebben moeite met het aanleren van allerlei vaardigheden, zoals schrijven en fietsen. Ze vallen ten opzichte van andere kinderen vaker en komen onhandig over. Er zijn verschillende criteria voor DCD. De kinderfysiotherapeut kan aan de hand van testen bepalen onder welke van deze criteria uw kind valt. Voor meer informatie over deze criteria kunt u op de algemene website van terecht dekinderfysiotherapeut terecht.
Billenschuiven Baby´s kunnen vanuit rollen en tijgeren de volgende stap naar kruipen maken en vervolgens lopen. Sommige kinderen gebruiken een andere manier om zich voort te bewegen dan kruipen namelijk, billenschuiven. Dit is in veel gevallen niet iets om u zorgen over te maken. En heel vaak gaat de ontwikkeling om te gaan staan en lopen uit zichzelf. Het kan echter voorkomen dat uw kind gefrustreerd raakt dat hij niet vanuit zit naar staan kan. Dit is namelijk makkelijker vanuit een kruiphouding. Hierbij kan de kinderfysiotherapeut het kind en u als ouder helpen met tips en aanwijzingen om dit makkelijker te maken voor uw kind. Heel soms gaat een kind billenschuiven door onderliggende problemen zoals, neurologische problematiek of reumatische aandoeningen. Dan is het billenschuiven een fijnere manier voor uw kind om zich voort te bewegen. De kinderfysiotherapeut kan door middel van onderzoek deze onderliggende problemen achterhalen en een behandeling starten of doorverwijzen naar een andere specialist.
Motorische ontwikkeling Loopt mijn kind achter in zijn ontwikkeling of is dit normaal? De kinderfysiotherapeut is gespecialiseerd op het gebied van motorische ontwikkeling en beweging. De kinderfysiotherapeut kan door middel van verschillende testen bepalen of er sprake is van een afwijkende motorische ontwikkeling van uw kind. Enkelen voorbeelden van achterstanden in de grove motoriek zijn, niet zelfstandig kunnen zitten, loopachterstand of niet mee kunnen doen in de gymles. Voorbeelden van fijne motoriek zijn, schrijfproblematiek maar u kunt ook denken aan nog niet met een schaar kunnen knippen.

Voorkeurshouding

Schedelvormafwijking en voorkeurshouding (plagiocephalie en brachycephalie) Als uw baby meer dan 75% van de tijd met het hoofdje naar één kant gedraaid ligt, heeft uw kind een voorkeurshouding. Doordat de schedel van uw baby nog zacht en dun is, kan er een afplatting van het hoofdje ontstaan. Als de afplatting aan de zijkant is, hebben we het over Plagiocephalie. Het kan echter ook zijn dat uw kind alleen maar op de rug met het hoofd recht naar voren ligt. Dan ontstaat er een afplatting aan de achterkant van het hoofd, dit wordt Brachycephalie genoemd. De kinderfysiotherapeut kan de mate van de afplatting beoordelen en aan de hand daarvan therapie inzetten. Met oefeningen en tips voor de ouders. De meeste schedelvormafwijkingen komen door een voorkeurshouding en de afplatting zal na verloop van tijd als de voorkeurshouding niet meer aanwezig is en uw kind meer rechtop zit vanzelf afnemen. Een andere schedelvormafwijking is Craniocynostose. Hierbij sluit een schedelnaad eerder dan zou moeten. Vaak is deze afwijking al bij de geboorte aanwezig.

Orthopedische aandoening

Groei gerelateerde aandoeningen, zoals Osgood, Schlatter, Sinding-Larsen-Johansson en Sever Bij kinderen kunnen er klachten/aandoeningen ontstaan omdat zij nog in de groei zijn. Osgood Schlatter Uw kind ervaart klachten in één of beide knieën. Deze klachten ontstaan vaak aan het einde van de groeispurt bij kinderen die veel sporten. Net onder de knieschijf kunt u dan een bobbel voelen op het scheenbeen. Vaak nemen de klachten vanzelf weer af maar dat kan lang duren. De kinderfysiotherapeut kan oefeningen meegeven om de pijnklachten te verminderen en verder kijken naar activiteiten die minder pijnlijk zijn. Sinding-Larsen-Johansson Uw kind ervaart pijnklachten in één of beide knieën. Deze klachten lijken erg op Osgood Schlatter. De pijnplek zit hierbij alleen aan de onderkant van de knieschijf. De behandeling van Sinding-Larsen-Johansson is hetzelfde als dat bij Osgood Schlatter. Sever Uw kind ervaart pijnklachten in één of beide voeten ter hoogte van de hiel. Kinderen die veel sporten of overgewicht/obesitas hebben hier last van. Door veel te sporten kunnen de klachten erger worden. De klachten kunnen ontstaan door de stand van de voet echter komt het veelal voor dat de kuitspieren niet soepel zijn. De therapie is grotendeels hetzelfde als dat bij Osgood Schlatter en Sinding-Larsen-Johansson. Uw kind kan ook baat hebben bij aangemeten zooltjes. Hiervoor wordt uw kind dan doorverwezen naar een podotherapeut.
Heupdysplasie Bij heupdysplasie is er sprake van een heupkop die niet goed past in de heupkom. Heupdysplasie komt vaak voor bij kinderen die langdurig in stuit hebben gelegen. De kinderfysiotherapeut kan aan de hand van enkele tests beoordelen of er een verder onderzoek moet komen naar heupdysplasie. Verder kan de kinderfysiotherapeut helpen met het aandragen van adviezen en tips tijdens de spreidbehandeling. Hierbij draagt uw kind een spreidbeugel. Tevens kan de kinderfysiotherapeut uw kind na de spreidbehandeling helpen met oefeningen om het looppatroon te verbeteren en te stimuleren.
Klompvoeten Een klompvoet is een aangeboren afwijking aan de voet. Er zijn vier gradaties voor klompvoeten. De kinderfysiotherapeut komt vaak in beeld na de gipsperiode. De therapeut kan dan mobilisatietechnieken toepassen om de bewegelijkheid van de voet te bevorderen. Tevens kunnen kinderen met een klompvoet een afwijkend looppatroon hebben. De therapie zal dan gericht zijn op het verbeteren van het looppatroon.
Spitsvoet Een spitsvoet wordt veroorzaakt door te hoge spanning in de kuitspier, een verkorte pees, zenuwaandoening of spierziekte. Zie ook tenenlopen. Het is van invloed op het looppatroon. De voet kan niet juist afgewikkeld worden. Vaak volgt er een doorverwijzing naar de kinderorthopeed of kinderarts. Daar kan onderzocht worden of er een specifieke oorzaak ten grondslag ligt aan de spitsvoet. Het kan voorkomen dat de spitsvoet geen specifieke oorzaak heeft, maar veroorzaakt wordt door een verkorte kuitspier. Hierbij zal de kinderfysiotherapeut kijken naar de problemen die veroorzaakt kunnen worden. De behandeling zal voornamelijk op oefeningen, adviezen en tips voor zowel ouders als kind gericht zijn.
M. Perthes Bij de ziekte van M. Perthes veranderd de heupkop een aantal keer van vorm. Dit komt doordat de bloedvoorziening tijdelijk verstoord is. Bij te weinig/geen bloedvoorziening sterven de botcellen af. Zodra deze bloedvoorziening weer op gang komt, ruimt het lichaam de dode botcellen op. Hierdoor veranderd de heupkop. De heupkop wordt eerst plat en daarna kan hij bij het herstellen gedeeltelijk weer naar de oude vorm terugkeren. De kinderfysiotherapeut kan uw kind helpen om de spieren rond de heup sterk te maken en de mobiliteit van het heupgewricht te behouden. Tevens kan de therapeut adviezen geven in het gebruik van voorgeschreven apparaten.
Revalidatie na breuk of operatie Na een breuk of operatie zijn er vaak beperkingen bij het bewegen en is er vermindering van spierkracht. De kinderfysiotherapeut zal spelenderwijs met uw kind aan de slag gaan om de spierkracht op te bouwen en de beperkingen te verkleinen/wegnemen.
Nek en/of hoofdpijnklachten Veel voorkomende hoofdpijnklachten bij kinderen zijn spanningshoofdpijn en migraine. Bij de nek zijn het vaak gespannen en daardoor pijnlijke nekspieren. De kinderfysiotherapeut kan bij pijnlijke nekspieren deze behandelen en de spierspanning verminderen. Bij hoofdpijnklachten als migraine kan de therapeut de oorzaak niet behandelen. De gevolgen van migraine kan de kinderfysiotherapeut wel behandelen zodat uw kind minder klachten ervaart.
Obstetrische Plexus-Brachialis Leasie OPBL is een geboortetrauma. Tijdens de geboorte kan er een overrekking of een scheuring ontstaan van de zenuwknoop die van de nek naar de arm loopt. Vlak na de geboorte kunt u een verlamming van het arm waarnemen. De uitval van de arm kan sterk variëren. De kinderfysiotherapeut zal snel worden ingeschakeld. Vaak krijgt uw kind al in het ziekenhuis de eerste behandelingen. Voor meer informatie over de behandelingen bij welke leeftijdsfasen kunt u terecht op de website van dekinderfysiotherapeut.
Rugklachten Rugklachten bij kinderen, en dan voornamelijk jongeren, komen veel voor. Voor sommige rugklachten zoals, hernia en scoliose is er een duidelijke oorzaak. Alle andere rugklachten met geen duidelijke oorzaak noemen wij aspecifieke rugklachten. Vaak gaan deze klachten vanzelf over. Er kunnen verschillende factoren een rol spelen bij het in stand houden van aspecifieke rugklachten. Denk aan een verkeerde houding en belasting van de rug (denk aan te zwaar of verkeerd tillen). De kinderfysiotherapeut kan met een onderzoek achterhalen waardoor de aspecifieke rugklachten in stand worden gehouden. De behandeling kan per kind verschillen. De therapeut zal adviezen geven over houding en beweging en ook adviezen tot zware belasting van de rug. Verder kan de behandeling bestaan uit oefeningen die de rug versterken en het ontspannen van de spieren.
Scoliose Bij scoliose staan de wervels van uw kind niet recht op één lijn. Er is een kromming in de wervelkolom. Er zijn twee soorten scoliose: functionele scoliose en structurele scoliose. Bij functionele scoliose is de scoliose corrigeerbaar. Hierbij is het dus mogelijk dat uw kind de rug weer in een normale/rechte stand krijgt. Een voorbeeld waardoor functionele scoliose kan ontstaan is bijvoorbeeld beenlengteverschil. De behandeling van de kinderfysiotherapeut bij functionele scoliose zal gericht zijn op het onderzoeken naar de oorzaak en het behandelen van de oorzaak. Bij beenlengteverschil kan er doorverwezen worden naar de podotherapeut. Bij structurele scoliose is de scoliose (meestal) niet corrigeerbaar. Dit houdt in dat de kromming in de rug blijvend is. Wel kan oefentherapie daaraan bijdragen, om de klachten en de ernst van de scoliose te verminderen. Het kan voorkomen dat specifieke spieraandoeningen de oorzaak zijn van structurele scoliose maar vaak is de oorzaak niet te herleiden. De scoliose kan erger worden naarmate uw kind ouder wordt. De toename zal vooral tijdens/na een groeiperiode zijn. Aan de hand van de ernst van de toename, kan er een operatie nodig zijn. De kinderfysiotherapeut zal zowel voor als na de operatie betrokken zijn. De behandelingen zijn dan voornamelijk gericht op oefeningen zodat uw kind zijn dagelijkse bezigheden zelfstandig uit kan voeren.
Hypermobiliteit Sommige kinderen kunnen heel erg soepel zijn in hun gewrichten. Het kan zijn dat uw kind klachten ervaart door soepele gewrichten. Uw kind kan minder spierkracht of pijn in de gewrichten hebben. Ook kan het opvallen dat uw kind anders beweegt dan leeftijdsgenoten. Sommige kinderen hebben last van een verminderde conditie en bewegen daarom juist minder, waardoor de conditie alleen maar nog meer achteruit gaat. De kinderfysiotherapeut kan helpen bij het verbeteren van de conditie en spierkracht.
Sportblessures Als uw kind tijdens het sporten een blessure oploopt, kan de kinderfysiotherapeut uw kind helpen met het revalideren van de blessure. Veelal komen sportblessures voor tijdens groeispurten. De kinderfysiotherapeut kan goed beoordelen of het dan om een normale sportblessure gaat of een groei gerelateerde klacht. De kinderfysiotherapeut zal (zeker bij jonge kinderen) spelenderwijs de blessure behandelen.
Tenenlopen Veel jonge kinderen lopen op hun tenen. Vaak gaat dit vanzelf over en lopen kinderen plat op hun voeten. Sommige kinderen blijven op hun tenen lopen. Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor een kind op de tenen loopt. Denk hierbij aan en afwijking van de botten, spieren of gewrichten, neurologische aandoening of spierziekte. De kinderfysiotherapeut zal dan ook eerst onderzoek doen om te achterhalen of er een achterliggende oorzaak is voor het tenenlopen. Aan de hand van het onderzoek zal er een behandeling starten. Vaak volgt er een doorverwijzing naar de kinderorthopeed of kinderarts. Het kan voorkomen dat het tenenlopen geen achterliggende oorzaak heeft en het een variatie is op het looppatroon. Hierbij zal de kinderfysiotherapeut kijken naar de problemen die veroorzaakt kunnen worden door tenenlopen, zoals een verkorte kuitspier. De behandeling zal voornamelijk op adviezen en tips voor de ouders gebaseerd zijn om het lopen op platte voeten zo veel mogelijk uit te dagen.

Ademhalingsproblematiek

Longfunctie problematiek Kinderen kunnen ademhalingsproblematiek op latere leeftijd ontwikkelen maar het kan ook aangeboren zijn. Bij ademhalingsproblematiek kunt u denken aan astma, inspanningsastma, hyperventileren, taaislijmziekte, verkeerd ademen. Uw kind kan een te snelle of juist moeizame ademhaling hebben, piepende ademhaling, benauwdheid, vermoeidheid, typische intrekking van de borst. De kinderfysiotherapeut zal onderzoeken wat de oorzaak is van de ademhalingsproblemen. Daarop zal de behandeling plaatsvinden. Deze zal gericht zijn op oefeningen en adviezen zoals juiste ademhalingstechnieken, ontspanningsoefeningen, juiste manier van medicatie inhaleren, opbouw conditie en bewustwording van de eigen ademhaling.
Verminderde conditie Iedereen is wel eens een keertje moe. Maar als de vermoeidheid zo erg is dat uw kind niet meer mee kan doen in de gymles of zelfs niet meer naar school kan dan spreken we over extreme vermoeidheid en verminderde conditie. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het is van belang dat de huisarts onderzoek doet naar de oorzaak van de vermoeidheid. Als de oorzaak te maken heeft met een verminderde conditie dan kan de kinderfysiotherapeut uw kind verder helpen. De therapie zal dan ook gericht zijn op het verbeteren van de conditie.

Neurologische aandoeningen

Cerebrale Parese Cerebrale Parese is een houdings- of bewegingsstoornis die voortkomt uit een niet-progressieve hersenbeschadiging die voor de eerste verjaardag is ontstaan. Cerebrale Parese wordt op verschillende manieren ingedeeld. Voor meer informatie over deze indeling kunt u naar de website van dekinderfysiotherapeut. De kinderfysiotherapeut zal zich richten met de behandelingen op het makkelijker maken van activiteiten voor het kind. De behandeling bestaat uit mobilisatie technieken en oefentherapie. De behandelingen zijn gericht op het verminderen van pijn en stijfheid, maar ook adviezen voor het verbeteren van het looppatroon door middel van de juiste hulpmiddelen in te zetten. De kinderfysiotherapeut kan samen met een ergotherapeut ook beoordelen welke hulpmiddelen geschikt zijn.
Niet aangeboren hersenletsel Kinderen met NAH hebben hersenbeschadiging opgelopen na hun geboorte. Er zijn verschillende oorzaken van hersenbeschadiging zoals, letsel ten gevolge van een ongeval, val of geweld. Andere oorzaken zijn, hersenbloeding, tumor, infectie, zuurstofgebrek en epilepsie. De gevolgen en de ernst van hersenletsel hangt af van de ernst van de schade. Gevolgen van hersenschade die u bij uw kind kan zien zijn: verminderde kracht, verminderde coördinatie, verminderde balans, verminderd vermogen om te praten en slikken. Andere gevolgen zijn niet aan de buitenkant zichtbaar. Hierbij kunt u denken aan: concentratieproblemen, problemen met het geheugen, vermoeidheid, problemen met ruimtelijk inzicht, overgevoeligheid, depressie en kort lontje. De behandelingen van de kinderfysiotherapeut zijn erop gericht dat uw kind leert zo goed mogelijk te functioneren met de (blijvende) beperkingen. De kinderfysiotherapeut zal met name aan de motoriek, de kracht en de conditie van uw kind werken. Daarbij kan er een trainingsprogramma worden op opgesteld dat past bij de doelstellingen en mogelijkheden van het kind. Naast de kinderfysiotherapeut zal uw kind ook onder behandeling staan van andere zorgverleners zoals een ergotherapeut, logopedist en revalidatiearts.
Spierziekten Kinderen met een spierziekte hebben vaak moeite met activiteiten waarbij spierkracht vereist is. Veelal komen kinderen bij de kinderfysiotherapeut terecht alvorens er een diagnose is gesteld. Het kind komt dan bij de kinderfysiotherapeut omdat het ouders/verzorgers/leerkrachten opvalt dat het kind niet mee kan komen met leeftijdsgenootjes op het gebied van motorische activiteiten. Denk aan sport, gymles en buitenspelen. En bij heel jonge kindjes motorische mijlpalen zoals zitten, rollen, kruipen en lopen. De kinderfysiotherapeut kan met behulp van testen en onderzoek patronen herkennen die passen bij spierziektes. Bij verdenking op spierziekte zal er een doorverwijzing volgen naar een kinderarts of kinderneuroloog. De kinderfysiotherapeut kan zelf geen diagnose stellen. Is er al wel een diagnose gesteld door een arts dan kan de kinderfysiotherapeut de behandelingen richten op de problemen die het kind ervaart en die specifiek zijn voor bepaalde spierziekte.
Syndromen en verstandelijke beperkingen Er zijn verschillende syndromen zoals het syndroom van Down, syndroom van Rett, syndroom van Angelmann en het Turner-syndroom. De kinderfysiotherapeut zal zich met de behandelingen richten op beperkingen in de motorische activiteiten. De behandelingen zullen specifiek gericht zijn op de beperkingen die specifiek zijn voor een bepaald syndroom. Voor meer uitleg over de syndromen en specifieke behandeling kunt u naar de website van dekinderfysiotherapeut.

Overig

Hartaandoeningen Hartaandoeningen kunnen van licht tot ernstig variëren. De meeste hartaandoeningen zijn aangeboren. Bij hartaandoeningen kunt u denken aan: -Tetralogie van Fallot (vernauwing toegang van de rechterventrikel naar de arteria pulmonalis) -Septumdefecten (abnormale opening in een tussenschot) -Myocardititis (ontsteking van de hartspier) -Cardiomyopathie (het hart kan minder goed samentrekken of ontspannen) -Open Ductus Botalli (opening van de verbinding tussen de aorta en de longslagader) -Pulmonale hypertensie (een zeldzame aandoening waarbij er een te hoge druk in de arteria pulmonalis) - Transpositie van de grote vaten (een zeldzame aandoening waarbij de aorta en de arteria pulmonalis omgewisseld zijn) De kinderfysiotherapeut kan bij kinderen met hartaandoeningen waarbij een operatie heeft plaatsgevonden oefentherapie inzetten. Dit ter verbetering van het uithoudingsvermogen en van de grove en fijne motoriek.
Obesitas Overgewicht of obesitas gaan samen met verschillende gezondheidsrisico´s zoals diabetes type II en hart- en vaataandoeningen. De kinderfysiotherapeut zal zich richten op het trainen van de conditie en adviezen geven over beweging. De behandeling is erop gericht de kinderen fitter te maken en de gezondheidsrisico´s te beperken/ weg te nemen. De kinderfysiotherapeut zal niet de enige behandelaar zijn. De diëtist helpt met verbeteren van het eetpatroon en zal daarin zowel het kind als de ouders daarin begeleiden naar een gezond dieet.
Oncologische aandoeningen Veelvoorkomende oncologische aandoeningen, ofwel kankersoorten die bij kinderen voorkomen zijn leukemie, hersentumor, maligne lymfomen, maligne mesenchymale tumoren en bottumoren. Veelvoorkomende klachten bij kinderen met kanker zijn verminderde conditie, uitvalsverschijnselen in armen of benen, verminderde spierkracht, het minder goed kunnen bewegen van gewrichten en het achterblijven in motorische ontwikkeling. De kinderfysiotherapeut kan kinderen tijdens of na de behandelingen in het ziekenhuis begeleiden. Tijdens een behandeling is het vaak moeilijk voor kinderen om in beweging te blijven omdat ze vaak te ziek zijn. De kinderfysiotherapeut kan dan helpen het kind zo fit mogelijk te houden met tips en adviezen. Dit op een laagdrempelige en speelse manier. Na de behandeling van kanker kunnen kinderen ook nog problemen ervaren in hun dagelijks leven. De nadruk zal dan vooral liggen op het ‘weer mee kunnen doen’: buitenspelen, meedoen met de gymles, afspreken met vrienden, weer kunnen fietsen naar school etc.
Onverklaarde lichamelijke klachten (solk) Het kan voorkomen dat uw kind pijnklachten heeft die niet door artsen te verklaren zijn. De klachten kunnen heel uiteenlopend zijn. Omdat er geen directe verklaring is gevonden, kan er sprake zijn van onbegrip. Het betekent echter niet dat er helemaal geen pijn is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat uw kind is gevallen en een wond heeft. Dat doet pijn. Als de wond is genezen kan het zijn dat er nog steeds pijnsignalen naar de hersenen worden gestuurd waardoor het kind nog wel pijn heeft maar dat niet meer is te zien.
Spina Bifida Spina Bifida (open ruggetje) is een aangeboren afwijking. De kinderfysiotherapeut helpt de fitheid en functioneren van het kind te verbeteren. En helpt het kind mobiel te blijven.
Stofwisselingsziekte De meeste stofwisselingsziekten (metabole ziekten) zijn zeldzaam en tasten het lichaam aan. De symptomen kunnen direct na de geboorte aandoen maar uw kind kan het ook jaren later last van hebben.

Kinderfysiotherapie

Met welke hulpvragen kan ik bij de kinderfysiotherapeut terecht?